Eenmaal geslagen, nooit meer bewogen

1950: een vaderloos gezin woont in een angstaanjagend groot huis ergens in Amsterdam-Zuid. Het gezin bestaat uit moeder Zijdeveld, haar 35 jarige zoon Charles en de twee jaar jongere dochter Regina. Dan is er nog de inwonende neef met schrijversambities, Jozef. De relatie tussen moeder Zijdeveld en Charles is behalve speciaal, ook zeer benauwend en kunstmatig te noemen. Gevangen in een wereld van boeken en literaire citaten staat moeder Zijdeveld niemand toe tussen haar en Charles te komen. Maar dan geeft Charles te kennen dat hij wil trouwen met Mary, de van moord verdachte apothekersweduwe...