Jaren 80, Riparbella aan de Tyrreense zee. Iedereen heeft zijn eigen Chimera, iets dat ze proberen te bereiken maar nooit kunnen vinden. De grafrovers van de Tombaroli bende jagen op gemakkelijke rijkdom door Etruskische relikwieën te stelen. Arthur sluit zich bij ze aan en probeert zo de leegte op te vullen die hij voelt sinds hij zijn grote liefde Beniamina verloor. In een avontuurlijke reis tussen de levenden en de doden, tussen bossen en steden, tussen feesten en eenzaamheid, blijkt het lot van alle zoekenden naar de Chimera volledig met elkaar verweven.