In 1800 groeit de negentienjarige James 'Jem' Belcher op in armoede en omringd door geweld en verslaving. Jem wordt gered door Bill Warr, een welwillende mentor, en de discipline van het boksen. Hij wordt de jongste wereldkampioen ooit, maar na een vreselijk ongeluk wordt Jem blind aan één oog en kan hij zijn titel niet meer verdedigen. Verslagen keert hij terug naar zijn verleden, wat een destructieve ondergang veroorzaakt. Uiteindelijk weigert Jem op te geven en vindt hij langzaam een weg naar herstel om zijn titel terug te winnen en een plaats in de geschiedenis als pionier van de sport.